Is uw profiel wel up to date?

Geschreven door Dirk De Corte op *}

#bentunogmee? #allesok? #keepcool!

Social Media 1Bij een heerlijke doe-niets-dag in de week tussen Kerst en Nieuwjaar, las ik in de bijlage van een zelfverklaarde kwaliteitskrant een artikel over een gepensioneerde generaal van het Rode Leger. De man vertelde dat op het einde van zijn carrière hem, zoals veel van zijn collega’s, de bijzondere eer te beurt viel om in Moskou Lenins mausoleum te bewaken. De wachters staan daar zowel binnen als buiten. Maar hij had buitendienst. Dat wil dus zeggen op het Rode Plein (Красная площадь, voor wie het daar kent), waarbij je in de winter toch aan temperaturen tot min 25, min 30 komt. Doe daar, bij een scherpe noordoostwind, nog een graadje of 10 af en je komt op de gevoelstemperatuur uit. Vergeet ook het gezever over “een droge kou die anders aanvoelt”. Min 25 is gewoon fucking cold. Waarbij het f-woord hier adjectivisch, en niet verbaal gebruikt wordt. “En wat doe je daar tegen?”, vroegen de journalist aan de generaal. “Blijven bewegen”, was het simpele antwoord.

“Blijven bewegen”. Plots werd het mij duidelijk. Het waarom van al de posts op de sociale media. De tweets en de updates, de shots en de selfies. “Blijven bewegen”. Tonen dat je bézig bent. Dat je méételt. Dat je bestààt. “Kijk, mama, zonder handen!”. Druk-druk-druk. Foto’s van cruises. Ondergaande zon. Palmbomen. Prachtige vakantie. Spelende kinderen. Lachende gezichten aan de ontbijttabel. Boeiende vergaderingen op het werk. Met “uitdagingen”. Een nieuwe “challenge”. Flarden in de stijl van “Oef. Dat was even een drukke dag. Nu vlug naar de fitness (of naar het theater? wat zal ik doen? #moeilijkekeuzes #niegemakkelijk #vlugeten” …)”. Enzovoort, enzovoort…

Ik ga niet op cruises. Ik word al zeeziek aan de wasbak. En als ik op vakantie ga, vergeet ik foto’s te nemen. Simpelweg omdat ik de gewoonte heb om naar dingen die ik wil zien te kijken en niet om ze te fotograferen. En al helemaal niet om ze met mijn beeltenis te besmeuren. Ik volg de raad van weermannen bij guur winterweer, kom in de regel enkel buiten als dat nodig is en koester dientengevolge een milde vorm van misantropie.

Social Media 2Verder zie ik geen lachende gezichten aan de ontbijttafel, maar drie pubers die met hun smartphone bezig zijn om hun status bij te werken, hun gamescores up te daten en te checken of de nulmeridiaan nog door hun navel loopt (wat volgens Het Puberend Brein van Eveline Crone trouwens de normaalste zaak van de wereld is). Een tevreden klant wil ik vooral tevreden houden,  waardoor ik geen tijd heb om daarnaast veel anders te doen, buiten het afwassen na het eten en het helpen bij het huiswerk. En verder kijk ik met grote ogen naar die rare wereld om me heen. Een wereld die privacy het hoogst verworven recht vindt, maar tegelijk de exhibitionistische neiging heeft alles op het wereldwijde net te gooien. Zaken waar ik dan (meestal ongewenst) deelgenoot van word, plaatsvervangende schaamte voor voel en een totaal aberrant begrip begin te kweken voor Noord-Koreaanse dictaturen die het internet verbieden, onder meer (denk ik dan) om burgers voor dergelijke ontsporingen te behoeden.

Elke kwaal heeft zijn remedie. Ik ben stichtend lid van het Vlaams Genootschap voor Oblomovisme. Gebaseerd op Ilja Iljitsj Oblomov, het weergaloze romanpersonage van Ivan Aleksandrovitsj Gontsjarov, een Russisch schrijver (een in deze totaal overbodige toevoeging). Gontsjarov laatste roman, “Het Ravijn”, werd door Ivan Toergenejev begroet met “Vreselijk. Mijn haar valt uit van verveling”. Om u maar te zeggen dat we hier in jolige gezelschap zijn. Na “Het Ravijn” stopte Gontsjarov met schrijven, trok zich terug in een klooster en werd penningmeester van een kaartclub in Sint-Petersburg.

Oblomov vertelt, in 553 pagina’s, het verhaal van een personage dat de hele dag consequent niets doet, het hele etmaal in bed doorbrengt en met de lezer diepe contemplaties deelt of hij al dan niet zal opstaan. Het is een must-read voor mensen die abusievelijk vinden dat adjectieven zoals boeiend en mega-tof drijfveren voor hun handelen moeten zijn. Een helend medicijn tegen het hedonistisch gedraaf dat eenieder tegenwoordig ten toon spreidt en we de wereld absoluut kond moeten doen.

Social Media 3Wat is dat toch met die aanstellerij? Waarom moet iedereen altijd met alles te koop lopen? Had je vroeger een pijnlijke stoelgang, dan hield je dat voor jezelf. Foto’s toonde je aan je buur, drie vrienden uit je schooltijd en een enkele keer aan je ma en je pa. En vooral: je viel de mensen niet lastig. Je “likete” per jaar één, hooguit twee dingen. Nu wordt er “geliket” dat het geen naam heeft (het woord komt zelfs in het nieuwe Groene Boekje – liken, likete, geliket). Ergens een kat geboren: “like”! Een tante dood: “like”! Een nieuw lief: “like”! Af met uw vrijer “like”! Yuki Yokomoto is een Japanse vriend van me (“like”!) die alles liket wat ik post, ook al snapt hij er niets van. Uit gewoonte, vermoed ik, of uit beleefdheid. Wat bij Japanners waarschijnlijk hetzelfde is.

Ik heb een LinkedIn profiel. Logisch. Omdat je er anders niet bij hoort. (Op de vraag waarbij ik dan wel hoor, durf ik op een druilerige dag wel eens te fantaseren). Soms bega ik de stommiteit aan mijn “profiel” te gaan prutsen. Ben je secretaris bij de hockeyclub geworden (omdat ze niemand anders vonden), stromen onmiddellijk de felicitaties binnen. “Proficiat”. “Good luck with your career change”. “All the best”. Of nog beter: “Congrats!”. “Congrats”! Mensen toch! Mijn zoon van 13 vindt – heel terecht – dat “oude mensen” (daar hoort zijn pa dus bij) zo’n woorden niet mogen gebruiken “omdat dat niet bij hen past”. “Like!” “Hashtag grootgelijk!” “Hashtag moeidunie”.

Gelukkig biedt het internet troost in de vele “inspirational messages” die er worden gepost. Phil Bosmans gereïncarneerd! Bond zonder Naam goes viral! Met zijn allen filosoof! “De wereld is van iedereen”. “Maak een ander gelukkig, dan word je het zelf”. Nog het best in het Engels, zodat het een bepaalde universaliteit of gravitas suggereert.

Lieve mensen. Het geluk ligt om de hoek. Op pagina 25 van La Droit à la Paresse van Paul Lafargue of ergens halverwege Oblomov zijn vijfhonderd en oneffen pagina’s. En voor de rest wens ik u, voor zover enig waarde of belang, een fijn, succesvol en “breed-connecterend” leven :-) .

Dirk De Corte, Managing Partner ImproveMenT